Vandaag laat ik jullie kennismaken met de taart die niet alleen voor mij en mijn zussen, maar ook voor mijn mama, tante en oma pure nostalgie is. De uitvindster van deze taart was dan ook niemand minder dan mijn Bobonne!
Bobonne leefde tot 104 en was echt de matriarch van de familie! Ze was een fantastische vrouw die niet op haar mondje gevallen was. Iedereen was steeds welkom en meestal zorgde ze dan ook nog voor geweldige gerechten. Want, bovenal was Bobonne een geweldige kokkin! Bij speciale gelegenheden keken wij al reikhalzend uit naar haar befaamde 'tôte' (Brussels voor taart). Het kruimelige lichtzoute deeg, de zurige rode bessengelei ... heerlijk!
Ingrediënten:
- 375 g bloem
- 15 g bakpoeder
- 3 pakjes vanillesuiker
- 150 g suiker
- 2 eieren (houd 1/2 ei voor het bestrijken van het deksel)
- 180 g malse boter
- 1 pot rode bessengelei
- Meng de malse boter met de suiker en de vanillesuiker.
- Voeg hierbij de bloem en het bakpoeder.
- Roer de twee eieren los en voeg 3/4 van het eimengsel bij het deeg en meng goed.
- Laat het deeg gedurende 45 minuten rusten in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 180°C.
- Haal het deeg terug uit de koelkast en verdeel het in twee ongelijke delen (2/3 en 1/3).
- Rol het grootste deel van het deeg op een met bloem bestoven werkbank uit. Het deeg is heel moeilijk uit te rollen. Ik maak er altijd een soort van lappendekentje van in de taartvorm en dat heeft ook zo z'n charmes.
- Vet een taartvorm in en bedek de bodem en randen met het deeg.
- Bestrijk het deeg met een dikke laag rode bessengelei.
- Rol de kleinere deegbal uit. Gebruik dit deeg als taartdeksel.
- Maak met een mesje een ruitjespatroon op het deksel, door het deeg lichtjes in te snijden.
- Bestrijk het deksel met de rest van het losgeklopte ei.
- Bak de taart gedurende 20 à 25 minuten op 180°C.
- Laat de taart afkoelen en snijd ze in ruitvormige stukken.
- Smakelijk!